Ondanks dat de genadeloos drukke vaart der volkeren ook mij sinds begin september in haar greep probeert te krijgen, lukt het mij dit najaar beter dan ooit om in mijn Gulden Midden te blijven. De maand juli in Frankrijk heeft mij ontspanning en rust gebracht, en was heerlijk, maar van de maand augustus waarin ik thuis afwisselend vrij was en werk deed, heb ik nog meer genoten. Hoe fijn om vanuit ontspanning te werken, werkzaam te zijn in een tijdsbesef van overvloed in plaats van tekort, een tijdsbesef waarin het zoveel gemakkelijker is om echt ten volle aanwezig te zijn bij wat zich voltrekt in het hier-en-nu. Hoe fijn om op een werkdag ook even een uurtje te hebben om in de hangmat te liggen en naar de wolken in de lucht te staren? Of om terwijl je niets aan het doen bent ineens de geest te krijgen en een vraagstuk of klus aan te pakken die je al lang voor je uitgeschoven hebt? Zoveel creatiever toch, zoveel werkzamer en vaak uiteindelijk ook efficiënter toch?
'De Gulden Middenweg' is misschien een enigszins oubollig, maar daarom niet minder aansprekend begrip. Het stamt uit de Griekse tijd en werd voor het eerst door Aristoteles geïntroduceerd. Volgens hem kenmerkt ons bestaan zich door dat alles bestaat uit twee, uit dualiteit. Donker en licht, man en vrouw, goed en kwaad, lichaam en geest, “ja” en “nee”. Ook in onze persoonlijkheid leven deze dualiteiten, waarin we voortdurend heen en weer worden getrokken tussen het ene en het andere. Aristoteles was daarbij de eerste die het als de hoogste deugd zag om als mens de weg van het midden te lopen, en steeds weer de synthese te zoeken tussen de tegengestelde krachten die je zo kunnen verdelen en verscheuren.
Scylla en Charybdis
In de Griekse mythologie zien we het thema van de middenweg op dramatische wijze verbeeld worden in de Odyssee van Homerus op het moment dat de held Odysseus om weer op Ithaka thuis te komen tussen ‘Scylla en Charybdis’ moet varen. Het betreft een zee-engte waar op beide oevers een monster huist, monsters die elk schip dat te dichtbij komt verzwelgen. Het ene monster heet Scylla en woont boven aan een steilte aan de linkerzijde van de engte. Zij maakt een hoog, onschuldig, uiterst aanlokkelijk geluid, het geluid van een pasgeboren hondje, maar ondertussen is ze een monster met zes koppen en vlijmscherpe tanden. Onder aan de andere, rechterzijde verblijft het tweede monster, Charybdis geheten. Hij is moddervet en zit onder een grote olijfboom, slurpt voortdurend water de diepte in, en veroorzaakt zo uiterst gevaarlijke draaikolken. Voor geen kleintje vervaard, probeert Odysseus de beide monsters te doden, om er al snel achter te komen dat dat onmogelijk is. Voor elke kop die hij er afslaat, komen er twee terug. Hij verliest vele schepen, voordat hij zijn weg in het midden vindt en aan beide monsters weet te ontkomen.
Het monster van de eenzijdigheid in ons eigen leven
Ook in ons eigen leven moeten dikwijls vele schepen vergaan voordat we het midden weten te vinden. Relaties die stranden doordat we ons te eenzijdig aan één kant van het leven ontwikkelen en de andere kant te veel aan die ander overlaten, totdat we zover uit elkaar gegroeid zijn dat we de ander niet meer kunnen vinden. Werk wat ons geen bezieling meer geeft omdat we te lang in dezelfde groef zijn gebleven, op terrein wat slechts aanspraak deed op de helft van ons potentieel of waarin we deel uitmaakten van een organisatie waarin een eenzijdige cultuur was. Eenzijdigheid in de vorm van rationeel moeten handelen in plaats van gevoelsmatig of intuitief, prestatiegericht moeten zijn in plaats van zijnsgericht, zakelijk in plaats van persoonlijk, of wat dan ook.
Het een boven het ander
Het mooie van het mythologische beeld van Scylla en Charybdis is dat het heel accuraat overeenstemt met het mechanisme van onze persoonlijkheid om aan één van de twee polariteiten de voorkeur te geven, deze aantrekkelijker en hoger te achten dan de andere en zo van de dualiteit een tegenstelling te maken. Het is precies dit mechanisme wat monsters maakt. Het is de appel van Goed en Kwaad uit de tuin van Eden, de appel van het oordeel waarmee wij onszelf tot God kunnen verklaren. Wie gebruikmakend (of is het misbruik makend?) van zijn oordeelsvermogen de ratio bijvoorbeeld hoger acht dan het gevoel, verwordt uiteindelijk tot een kille analyticus, een professionele toeschouwer. Dat gevoel wat verdrongen wordt, verdwijnt echter niet, maar explodeert een paar keer per jaar, als de toeschouwer een glaasje te veel op heeft of onder grote stress staat. Dan zwelgt de toeschouwer ineens in sentimentaliteit of somberheid, of verliest zichzelf in redeloze drift, of wat dan ook. Het ene monster baart vroeg of laat het andere. En ja, het heeft geen enkele zin deze monsters te bestrijden, zolang men geen inzicht heeft in het onderliggende patroon waar zij uit voortkomen. Voor elke kop die je er afslaat, verschijnen er twee nieuwe koppen. Bovendien schuilt in elk monster een wezen dat wacht op bevrijding, ook Scylla was ooit een prachtige nymf voordat ze betoverd raakte. Elke vervorming draagt een kwaliteit in zich. Wie de vervorming tracht te elimineren, raakt ook de kwaliteit kwijt en spoelt het kind dus met het badwater weg.
Dynamisch, creatief en evenwichtig
Er wordt wel gezegd dat de Gulden Middenweg een saaie weg is, maar dat is niet zo, integendeel het is juist een uiterst levendig, dynamisch pad, dat dan weer stijgt en dan weer daalt, met talloze schitterende vergezichten. Wie dit pad gaat, wordt een compleet, evenwichtig en daarmee uiterst creatief mens. Hij zwijgt als hij heeft te zwijgen. Hij spreekt als er geluisterd wordt. En sprekend blijft hij luisteren. Altijd weer weet hij de verbinding te leggen tussen de verschillende partijen. Hij kan handelen zonder iets te doen, groot zijn in kleine dingen, en flexibel in wat voor hem onwrikbaar vaststaat. Als man kent hij het vrouwelijke, en weet dat in zichzelf aan te boren waar nodig. En als vrouw heeft zij ook toegang tot het mannelijke in zichzelf. Wie de Gulden Middenweg gaat staat voortdurend in verbinding met de ‘Tao’, met de natuurlijke loop van de dingen, weet mee te bewegen waar de situatie er om vraagt, stil te staan waar dat geboden is, en zo het juiste, passende antwoord te geven op de altijd weer veranderende situatie. ‘Ithaka’, het land van zijn ware aard, is zijn thuis. En hoe groot de tegenstellingen ook zijn, hij vindt zijn weg terug. Nu wij nog, laat ons in die gepolariseerde wereld waarin wij leven het midden blijven zoeken en vinden!